“Je moet een harde matras nemen, dat is beter voor je rug.”
Waarschijnlijk heb je die raad al eens gekregen van een vriend, je grootouders of misschien zelfs een verkoper jaren geleden. Het klinkt logisch: een stevige ondergrond zou de rug recht houden en pijn voorkomen. Maar klopt dat eigenlijk wel?

Een hardnekkige mythe

Het idee komt vooral uit vroegere tijden, toen matrassen vaak slap en doorgezakt waren. Vergeleken daarmee voelde een harde ondergrond natuurlijk veel beter aan. Maar slaapcomfort is de afgelopen decennia sterk geëvolueerd. Materialen zijn verbeterd, en we weten ondertussen veel meer over hoe belangrijk ondersteuning én comfort zijn.

Wat zegt je rug er zelf van?

Stel je even voor: je ligt op een keiharde matras. In het begin voelt dat stevig en stabiel. Maar na een paar uur beginnen je schouders of heupen te protesteren. Je draait, je woelt, je bloeddoorstroming wordt verstoord… en ’s ochtends sta je op alsof je op de grond geslapen hebt.

Een té zachte matras is dan weer het andere uiterste. Je lichaam zakt weg, je rug maakt een onnatuurlijke kromming en je krijgt weinig steun. Ook dat is geen recept voor een uitgeruste rug.

De gulden middenweg

De waarheid zit dus – zoals zo vaak – ergens in het midden. De ideale matras is niet té hard en niet té zacht. Ze:

1. Volgt je lichaamsvormen, zodat je rug in zijn natuurlijke houding blijft.
2. Verlicht drukpunten, vooral aan de schouders en heupen.
3. Biedt de juiste tegendruk, zodat je niet wegzakt.

En wat goed voelt voor jou, hoeft niet hetzelfde te zijn voor je partner. Daarom bestaan er systemen waarbij je matrassen of lattenbodems kunt aanpassen aan ieders lichaam.

Dus… feit of fabel?

Dat een harde matras per definitie beter is voor je rug, is een fabel. De beste matras is diegene die jouw lichaam ondersteunt én comfortabel aanvoelt.

👉 Ons advies: kom altijd zelf proefliggen. Alleen zo ontdek je welke matras écht bij je past. Je rug zal je dankbaar zijn.